Margaretha (Margarita, Grietje) Cornelisdrvan Schage(n)

• Ouders volgens doopakte: Kornelis van Schage en Neeltje Boom.
  
• Kind: Grietje Schage.
  
• Getuige: Grietje Segaar.

Johannes LATERVEER, dekenwerker, jongeman van Leiden, wonende op de Uiterstegracht, vergezeld met zijn moeder Elisabet MAAS, wonende mede aldaar met Margaretha (Grietje) van SCHAGEN, jongedochter van Leiden, woont op de Uiterstegracht, vergezeld met haar "stief" moeder¹ Jannetje WAGEMAKER, woont mede aldaar.
¹ Haar echte moeder was Neeltje BOOM, die ca 1800 overleden was.

Adres: Uiterstegracht, wijk 7 no 296, Leiden
ten tijde van de geboorte van zoon Pieter Johannes

Adres: Vestestraat, Wijk 7 no 274, Leiden
ten tijde van de geboorte van zonen Cornelis en Willem (de jongste) en overlijden van Willem (de jongste)

Adres: Binnenvestgracht, Wijk 3 no 63, Leiden
ten tijde van de geboorten van zonen Willem (de oudste) en Jan

Adres: Binnenvestgracht, Wijk 3 no 56 (zie afb.) :
A). Johannes (Jan) BERTRAM (56 jr, geboren 1-2-1785) met zijn vrouw Margaretha van SCHAGEN (56 jr, geboren 13-06-1784) met de kinderen uit zijn 1e huwelijk met Elisabeth OSNABRUG:
1. Johannes Bertram (17 jr, geboren 24-01-1822.
2. Catharina Bertram (14 jr, geboren 17-10-1825.

Ook woonden daar:
B). Johannes LATERVEER (28 jr, geboren 02-12-1811, zoon van Johannes Hendrik LATERVEER en Margaretha SCHAGEN, eerder vermeld, zie ook hieronder bij C-3) met zijn vrouw Johanna BEKOOIJ (25 jr, geboren 27-08-1814) met hun kinderen:
1. Johannes Cornelis LATERVEER (1 jr, geboren 21-12-1838).
2. Grietje LATERVEER (3 jr, geboren 20-11-1836)

Ook woonden daar de kinderen van:
C). Johannes Hendrik LATERVEER (eerder vermeld) en Margaretha van SCHAGEN (ook eerder vermeld):
1. Willem LATERVEER (17 jr, geboren 2-12-1821).
2. Jan LATERVEER (14 jr, geboren 29-11-1824).
3. Johannes LATERVEER [28 jr, geboren 2-12-1811, zie B)]

Spinster
Man of vrouw die zich met het spinnen bezig hield. Oorspronkelijk spon men garen met behulp van spinrok, d.w.z. een stok waarom te spinnen materiaal, o.a. gekamde wol, werd gestoken dat daar al draaiend uit werd getrokken tot garen met behulpvan een spintol (zie afbeelding). Omstreeks de twaalfde eeuw ontstonden de eerste met de hand aangedreven spinnewielen. Afhankelijk van de mate van perfectionering van het spinnenwiel en de dikte van de geweven draad kon de spinner of spinster tweetot vier keer meer draad spinnen dan met een spinklos.

Dubbelaarster
Man, resp. vrouw, werkzaam in de textielindustrie, die met behulp van een twijnmolen twee of meer (ketting)draden in elkaar draait tot een dikkere en sterkere.