• Born in 1785
  • Baptized November 13, 1785 - Kampen, OV, NLD
  • Deceased August 7, 1873 - Kampen, OV, NLD,aged 88 years old
  • Dienstbaar

 Parents

  • Gerrit Roelofs Meijer, born in 1758, baptized November 12, 1758 - IJsselmuiden, Kampen, OV, NLD, deceased June 27, 1812 - Kampen, OV, NLD aged 54 years old
    Married December 17, 1784 to
  • Maria Harms van der Kamp, born in 1762, baptized February 24, 1762 - IJsselmuiden, Kampen, OV, NLD, deceased November 23, 1836 - Kampen, OV, NLD aged 74 years old

 Spouses and children

 Siblings

(display)

 Events


 Notes

Individual Note

Baptism: De naam Kampen duikt voor het eerst op in 1227, maar archeologische vondsten hebben aangetoond dat er al rond 1150 houten bebouwing was. Kampen maakte in de 12e en 13e eeuw een enorme economische groei door, waardoor de oorspronkelijke nederzet-ting al snel een stedelijk karakter kreeg. De gunstige ligging als zeehaven aan de IJssel, langs de druk bevaren verbindingsroute tussen de Zuiderzee en de Rijn, maakte van Kampen een machtig handelscentrum. Tussen 1200 en 1500 ontwikkelde Kampen zich tot één van de sterkste steden in Noordwest-Europa, mede dankzij de Hanze, een verbond van Noordeuropese handelssteden onder aanvoering van Lübeck. Kampen werd alleen lid als het haar uitkwam, want macht en rijkdom maakten het de stadsrege-ring mogelijk een onafhankelijke politieke koers te varen.
Eind aan de glorie
Kampen, op de top van haar trots als keizerlijke vrije Rijksstad, tooide zich in de 15e eeuw met het stadswapen met de Habsburgse keizerskroon. Aan haar glorie kwam echter een einde, want vanaf 1430 zette zich een geleidelijk verval in. De IJssel verzandde en het economisch zwaartepunt verschoof naar West-Nederland (Amsterdam). Kampen raakte geïsoleerd door oorlogsgeweld in het achterland. De handel op de Oostzeegebieden - van essentiële waarde voor Kampen - werd minder belangrijk.
Kampen heeft eeuwenlang geprobeerd de verzanding van de IJssel tegen te gaan. Pas in het begin van de 19e eeuw werd dit tij gekeerd met twee lange strekdammen voor de IJsselmonding in de Zuiderzee. Tot het begin van de 17e eeuw wist Kampen zich als stad redelijk te handhaven, maar met het rampjaar 1672 was de voorspoed voorbij. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden raakte in oorlog met de Engelsen, de Fransen en de bisschoppen van Münster en Keulen. Kampen en Zwolle gaven zich zonder slag of stoot over, waarna de Fransen bezit namen van de stad. De ingekwartierde troepen zogen de stad uit, waarna het stadsbestuur in een wanhoopsoffensief besloot de stad vrij te kopen. Dit lukte, maar de stad bleef vernield, blut en ontredderd achter.
De sigaar in opmars
Haar enorme grondbezit bracht Kampen er uiteindelijk weer bovenop. Tot 1850 ontwikkelde zich een kleinschalige textiel-industrie voor de lokale markt. Later werd deze positie overgenomen door de sigarenindustrie. De eerste twee tabaksfabriek-jes vestigden zich in 1813. Enkele jaren later kwam de eerste grote sigarenproducent, de uit Bremen afkomstige Johannes Lehmkuhl. Rond 1880 werkte 40% van de Kamper beroepsbevolking in de sigaren: 1400 sigarenmakers produceerden maar liefst 1,5 miljoen sigaren per week. In 1921 legde de invoering van de strenge Wet op de Tabaksaccijnzen de tabaksindustrie flinke beperkingen op. De economische crisis van de jaren dertig, de Tweede Wereldoorlog en de opkomst van de sigaret als genotsmiddel deden de eens zo bloeiende sigarenindustrie uiteindelijk de das om.
Van garnizoensstad tot studentenstad
Kampen is 150 jaar lang een garni-zoens-stad geweest met drie kazernes in de binnen-stad (Van Heutsz-, Vloeddijk- en Koornmarktkazerne). Zo'n drieduizend militairen waren in Kampen gelegerd. In het midden van de jaren zeventig besloot defensie de in Kampen gelegerde onderdelen over te plaatsen en de kazernes te sluiten. Vanaf 1980 werd hun lege plaats grotendeels ingenomen door studenten, nadat het de gemeente gelukt was een aantal christelijke HBO-opleidingen naar Kampen toe te trekken.
Tussen 1980 en 1989 bloeide Kampen op als studentenstad waar duizenden jongeren hun opleiding kregen. De sociale academie en de journalistenschool vertrokken in 1987 en 1989 naar de Campus van Hogeschool Windesheim in Zwolle en het aantal studenten op de resterende opleidingen nam af. Kampen kent nu nog zo'n duizend studenten.
Death: De naam Kampen duikt voor het eerst op in 1227, maar archeologische vondsten hebben aangetoond dat er al rond 1150 houten bebouwing was. Kampen maakte in de 12e en 13e eeuw een enorme economische groei door, waardoor de oorspronkelijke nederzet-ting al snel een stedelijk karakter kreeg. De gunstige ligging als zeehaven aan de IJssel, langs de druk bevaren verbindingsroute tussen de Zuiderzee en de Rijn, maakte van Kampen een machtig handelscentrum. Tussen 1200 en 1500 ontwikkelde Kampen zich tot één van de sterkste steden in Noordwest-Europa, mede dankzij de Hanze, een verbond van Noordeuropese handelssteden onder aanvoering van Lübeck. Kampen werd alleen lid als het haar uitkwam, want macht en rijkdom maakten het de stadsrege-ring mogelijk een onafhankelijke politieke koers te varen.
Eind aan de glorie
Kampen, op de top van haar trots als keizerlijke vrije Rijksstad, tooide zich in de 15e eeuw met het stadswapen met de Habsburgse keizerskroon. Aan haar glorie kwam echter een einde, want vanaf 1430 zette zich een geleidelijk verval in. De IJssel verzandde en het economisch zwaartepunt verschoof naar West-Nederland (Amsterdam). Kampen raakte geïsoleerd door oorlogsgeweld in het achterland. De handel op de Oostzeegebieden - van essentiële waarde voor Kampen - werd minder belangrijk.
Kampen heeft eeuwenlang geprobeerd de verzanding van de IJssel tegen te gaan. Pas in het begin van de 19e eeuw werd dit tij gekeerd met twee lange strekdammen voor de IJsselmonding in de Zuiderzee. Tot het begin van de 17e eeuw wist Kampen zich als stad redelijk te handhaven, maar met het rampjaar 1672 was de voorspoed voorbij. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden raakte in oorlog met de Engelsen, de Fransen en de bisschoppen van Münster en Keulen. Kampen en Zwolle gaven zich zonder slag of stoot over, waarna de Fransen bezit namen van de stad. De ingekwartierde troepen zogen de stad uit, waarna het stadsbestuur in een wanhoopsoffensief besloot de stad vrij te kopen. Dit lukte, maar de stad bleef vernield, blut en ontredderd achter.
De sigaar in opmars
Haar enorme grondbezit bracht Kampen er uiteindelijk weer bovenop. Tot 1850 ontwikkelde zich een kleinschalige textiel-industrie voor de lokale markt. Later werd deze positie overgenomen door de sigarenindustrie. De eerste twee tabaksfabriek-jes vestigden zich in 1813. Enkele jaren later kwam de eerste grote sigarenproducent, de uit Bremen afkomstige Johannes Lehmkuhl. Rond 1880 werkte 40% van de Kamper beroepsbevolking in de sigaren: 1400 sigarenmakers produceerden maar liefst 1,5 miljoen sigaren per week. In 1921 legde de invoering van de strenge Wet op de Tabaksaccijnzen de tabaksindustrie flinke beperkingen op. De economische crisis van de jaren dertig, de Tweede Wereldoorlog en de opkomst van de sigaret als genotsmiddel deden de eens zo bloeiende sigarenindustrie uiteindelijk de das om.
Van garnizoensstad tot studentenstad
Kampen is 150 jaar lang een garni-zoens-stad geweest met drie kazernes in de binnen-stad (Van Heutsz-, Vloeddijk- en Koornmarktkazerne). Zo'n drieduizend militairen waren in Kampen gelegerd. In het midden van de jaren zeventig besloot defensie de in Kampen gelegerde onderdelen over te plaatsen en de kazernes te sluiten. Vanaf 1980 werd hun lege plaats grotendeels ingenomen door studenten, nadat het de gemeente gelukt was een aantal christelijke HBO-opleidingen naar Kampen toe te trekken.
Tussen 1980 en 1989 bloeide Kampen op als studentenstad waar duizenden jongeren hun opleiding kregen. De sociale academie en de journalistenschool vertrokken in 1987 en 1989 naar de Campus van Hogeschool Windesheim in Zwolle en het aantal studenten op de resterende opleidingen nam af. Kampen kent nu nog zo'n duizend studenten.

Family Note

Marriage: De naam Kampen duikt voor het eerst op in 1227, maar archeologische vondsten hebben aangetoond dat er al rond 1150 houten bebouwing was. Kampen maakte in de 12e en 13e eeuw een enorme economische groei door, waardoor de oorspronkelijke nederzet-ting al snel een stedelijk karakter kreeg. De gunstige ligging als zeehaven aan de IJssel, langs de druk bevaren verbindingsroute tussen de Zuiderzee en de Rijn, maakte van Kampen een machtig handelscentrum. Tussen 1200 en 1500 ontwikkelde Kampen zich tot één van de sterkste steden in Noordwest-Europa, mede dankzij de Hanze, een verbond van Noordeuropese handelssteden onder aanvoering van Lübeck. Kampen werd alleen lid als het haar uitkwam, want macht en rijkdom maakten het de stadsrege-ring mogelijk een onafhankelijke politieke koers te varen.
Eind aan de glorie
Kampen, op de top van haar trots als keizerlijke vrije Rijksstad, tooide zich in de 15e eeuw met het stadswapen met de Habsburgse keizerskroon. Aan haar glorie kwam echter een einde, want vanaf 1430 zette zich een geleidelijk verval in. De IJssel verzandde en het economisch zwaartepunt verschoof naar West-Nederland (Amsterdam). Kampen raakte geïsoleerd door oorlogsgeweld in het achterland. De handel op de Oostzeegebieden - van essentiële waarde voor Kampen - werd minder belangrijk.
Kampen heeft eeuwenlang geprobeerd de verzanding van de IJssel tegen te gaan. Pas in het begin van de 19e eeuw werd dit tij gekeerd met twee lange strekdammen voor de IJsselmonding in de Zuiderzee. Tot het begin van de 17e eeuw wist Kampen zich als stad redelijk te handhaven, maar met het rampjaar 1672 was de voorspoed voorbij. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden raakte in oorlog met de Engelsen, de Fransen en de bisschoppen van Münster en Keulen. Kampen en Zwolle gaven zich zonder slag of stoot over, waarna de Fransen bezit namen van de stad. De ingekwartierde troepen zogen de stad uit, waarna het stadsbestuur in een wanhoopsoffensief besloot de stad vrij te kopen. Dit lukte, maar de stad bleef vernield, blut en ontredderd achter.
De sigaar in opmars
Haar enorme grondbezit bracht Kampen er uiteindelijk weer bovenop. Tot 1850 ontwikkelde zich een kleinschalige textiel-industrie voor de lokale markt. Later werd deze positie overgenomen door de sigarenindustrie. De eerste twee tabaksfabriek-jes vestigden zich in 1813. Enkele jaren later kwam de eerste grote sigarenproducent, de uit Bremen afkomstige Johannes Lehmkuhl. Rond 1880 werkte 40% van de Kamper beroepsbevolking in de sigaren: 1400 sigarenmakers produceerden maar liefst 1,5 miljoen sigaren per week. In 1921 legde de invoering van de strenge Wet op de Tabaksaccijnzen de tabaksindustrie flinke beperkingen op. De economische crisis van de jaren dertig, de Tweede Wereldoorlog en de opkomst van de sigaret als genotsmiddel deden de eens zo bloeiende sigarenindustrie uiteindelijk de das om.
Van garnizoensstad tot studentenstad
Kampen is 150 jaar lang een garni-zoens-stad geweest met drie kazernes in de binnen-stad (Van Heutsz-, Vloeddijk- en Koornmarktkazerne). Zo'n drieduizend militairen waren in Kampen gelegerd. In het midden van de jaren zeventig besloot defensie de in Kampen gelegerde onderdelen over te plaatsen en de kazernes te sluiten. Vanaf 1980 werd hun lege plaats grotendeels ingenomen door studenten, nadat het de gemeente gelukt was een aantal christelijke HBO-opleidingen naar Kampen toe te trekken.
Tussen 1980 en 1989 bloeide Kampen op als studentenstad waar duizenden jongeren hun opleiding kregen. De sociale academie en de journalistenschool vertrokken in 1987 en 1989 naar de Campus van Hogeschool Windesheim in Zwolle en het aantal studenten op de resterende opleidingen nam af. Kampen kent nu nog zo'n duizend studenten.

  Photos and archival records

{{ media.title }}

{{ mediasCtrl.getTitle(media, true) }}
{{ media.date_translated }}

 Family Tree Preview

  Hermen Adolphs van der Kamp 1732-1801 Geertruijd Peters van der Weerd 1728-1765
||



|
Gerrit Roelofs Meijer 1758-1812 Maria Harms van der Kamp 1762-1836
||



|
Marrigjen Gerrits Meijer 1785-1873