Ze kwam uit Stadskanaal als aannemers/timmermansdochter trouwde tegen de zin van de familie met een voeger!, beneden haar stand. Ze werd verstoten, alleen haar broer Lammert met zijn vrouw tante Eitje (Etje Pras) die in Stadskanaal een hoeden en pettenzaak hadden kwamen 1 keer per jaar op bezoek in Groningen. Ma herinnert zich dat zij en Fennie als kleinkinderen zich dan netjes moesten gedragenwant (oud) oom Lammert en tante Eitje waren stijf gereformeerd, bidden aan tafel. Door giechelbui met Fennie werd ze dan door opoe naar de keuken gestuurd. Daartegenover is er ook een foto van 3 vrouwen met extravagante hoeden op.
Ze woonde in Groningen eerst Achter de Wal, daarna Bedumerweg. Met Meindert kreeg ze drie dochters Hillechien, Lumina en Fennechien en 2 zonen Hendrik en Lammert die maar 1 jaar werd. Meindert raakte aan de drank en Elisabeth liet zich van hem scheiden (2e revolte in haar leven).