Gerardinavan Helvoirt

• Geboren 16 januari 1838 - Heesch
• Overleden 26 november 1918 - Vorstenbosch,leeftijd bij overlijden: 80 jaar oud

 Ouders

 Relaties en kinderen

• Gehuwd 29 oktober 1859, Heesch, met Peter van Hooft 1834-1894 (Ouders :Martinus van Hooft & Maria Catharina van de Ven)(zie notitie)en hun kinderen
  • Marinus van Hooft 1860-
  • Johannes van Hooft 1862-
  • Johanna van Hooft 1865-
  • Petrus van Hooft 1867-
  • Jan Johannis van Hooft 1869-
  • Maria van Hooft 1872-
  • Lambertus van Hooft 1875-
  • Johanna Maria van Hooft 1876-
  • Gerardus van Hooft 1878-
  • Gerardina van Hooft 1878-
  • Stephania Jozepha van Hooft 1879-
  • Marina Hendrika van Hooft 1883-

 Broers en zusters

• Adriana van Helvert 1815-1848 Gehuwd 26 mei 1838, Dinther, metPetrus Paulus van Lieshout 1810-1886
• Lambertus van Helvert 1817-1869 Gehuwd 29 juni 1851, Dinther, metPetronella Henrika Jan Mollen 1826-1861
• Johannes van Helvert 1819-1885 Gehuwd 14 mei 1858, Heeswijk, metCornelia Gerardina Dobbelsteen 1822-1878
• Johanna Maria van Helvoort 1821-1890 Gehuwd 26 april 1856 metGerardus Verhagen 1817-1877
• Steven van Helvert 1823-1878 Gehuwd 23 mei 1857, Berlicum, metMaria Mulders 1832-1908
• Hendrika van Helvort 1825-1882 Gehuwd 28 mei 1859, Heesch, metSymen Spierings 1824-1890
• Clazien van Helvoort 1827-1840
• Adriaan van Helvort 1829-1896 Gehuwd 19 januari 1861, Zeeland, metFrancina van Grinsven 1834-1897
• Johanna van Helvoort 1831-1832
• Jan van Helvoort 1833-1906
• Gerardus van Helvoort 1834-1838
• Gerardina van Helvoirt 1838-1918 Gehuwd 29 oktober 1859, Heesch, metPeter van Hooft 1834-1894

 Aantekeningen

Peter was timmerman en later herbergier.

Dit huwelijk was zeer tegen de zin van de ouders van Gerardina, vanwege zijn te optimistische levensinstelling. Hij was de man, die van één stuiver dronken kon worden, door op een morgen met zijn stuiver naar de buurman-herbergier te gaan, die een kwartier later weer naar hem en zo de hele dag door, met dezelfde stuiver. Ook was hij koster een maakte de doodskisten die er op het dorp nodig waren, waarbij ook hoorde, dat de timmerman de afgestorvene in de kist legde. Dit gebeurde meestal met behulp van een knechtje dat dan werd geconfronteerd met de anatomische kennis van deze timmerman, die namelijk door bepaalde grepen de dode kon laten bewegen. Er schijnt wel eens wat voorgevallen te zijn want de hulpen waren er niet erg op gesteld om vaker mee te gaan.

 Bronnen