Zijn naam komt voor in de rekeningen van pastoor Bloemarts.Daaruit blijkt dat Jan Poos in 1753 de tiende van Escharen pachtte. Hij betaalde daarvoor 486 gulden en nog wat (12 januari 1755), 550 gulden en 10 hoogen (20 juli 1755) en 940 gulden en 30 hoogen (16 juli 1757). Tussendoor wordt melding gemaakt van een restschuld van 5 gulden.
Death
De erfgenamen van Jan Poos deden op 11.12.1788 voor de schepenbank meerdere verkopen uit zijn nalatenschap. Hij moet dus vóór deze datum zijn overleden.
Family Note
Jan Poos vervulde van 1754 tot zijn overlijden in 1788 de functie van schout van Gassel met een onderbreking van enkele jaren rond 1770 toen hij substituut schout was.Samen met zijn echtgenote Maria Matthewissen deed hij verschillende aankopen, waaronder: bouwland op 28.4.1751, een hof, huis met moeshof op 30.1.1757, een huisje op 13.11.1759 en een huis, hof met aangrenzende landerijen op 10.10.1764. Deze laatste aankoop werd gevolgd door de verkoop van een perceel op 15.10.1764. Als weduwnaar deed hij op 11.3.1769 en 18.1.1771 enkele percelen bouwland van de hand en op laatstgenoemde datum met de erven van zijn overleden echtgenote, een huis, bakoven, put en moeshof en nog een perceel bouwland. Op 10.12.1773 deed hij samen met de erven van zijn vrouw een huis met aangelegen landerijen, genaamd de Boomscamp, over aan zijn zoon Peter Poos en zijn vrouw Anna Maria van den Heuvel. Samen met zijn schoon)kinderen verkocht hij op 24.2.1777 een rente van 60 gulden aan de weduwe Vincent van Turenhout. Op dezelfde datum verkochten zij ook een rente van 112 gulden aan van Hoijtema, landschrijver en griffier van den Lande van Cuijk. In hetzelfde verband verkochten zij op 20.5.1779 een huis, put en twee moeshoven.Na zijn overlijden verschenen de erven vier keer voor de schepenen voor afwikkeling van zijn nalatenschap. Zijn zoon Peter nam de functie van schout in Gassel over.