Josephus AdrianusVan Looveren

Jaan Van Looveren deed zijn dienstplicht in 1919, vlak na de eerste wereldoorlog. In zijn jeugd reed hij vaak met paard en kar tot in Antwerpen om er aardappelen te leveren.

Jaan Van Looveren en Treske Quirijnen trouwden en huurden een boerderij op de Noordheuvel 'op 't Goorend' van de familie Vervoort tot in het najaar van 1938. De akkers in de omgeving waren echter steeds meer vergeven van de konijnen.

Jaan en Treske hielden het voor bekeken en verhuisden naar de Molenstraat in Westmalle. Het gezin telde zes zonen en vier dochters. Het jongste dochtertje is echter op 8 maanden gestorven. De boerderij was eigendom van dokter Cuvelier, en Jaan pachtte ook grond op 't Ven van de familie de Bosschaert.

Het huis met stal, schuur en bakhuis dateerde uit de achttiende eeuw (1790?). Volgens de legende verbleef de pastoor indertijd op de hoeve, verscholen achter een valse wand, op de vlucht voor de soldaten van Napoleon.

De stoomtram die reed tussen Oostmalle en Sint-Lenaarts, veroorzaakte tijdens een warme zomer begin de jaren vijftig een grote heidebrand ter hoogte van het Galgevoort. Grondbezitter Cuvelier stelde aan Jaan voor om de verbrande heide op te kuisen en ze om te spitten en/of te ploegen. Zo gezegd zo gedaan en zo werd de boerderij met enkele hectaren uitgebreid.

In de jaren vijftig groeide het bedrijf tot ca 25 hectare en meer dan 20 melkkoeien, wat veel was in die tijd. Jaan was voorzitter van de melkerij en de Raiffeisenkas en lid van de raad van bestuur van de Boerengilde.

Hij hield bondsstieren en won daarmee verschillende prijzen, hij was ook de berenhouder voor de varkensbond.

Bij zijn verhuis van Wuustwezel naar Westmalle bracht Jaan het zwartbonte koeienras mee. Door kruising (niet door aankoop) werd langzaam overgeschakeld op het roodbonte ras van de streek. Hij was de eerste boer in Westmalle die in de zomer zijn melkkoeien 's nachts op de wei liet, wat in die tijd wel enige ophef maakte.

In de jaren vijftig emigreerden zoon Fons (ongehuwd) en dochter Maria (x Jos Van Ostaeyen) naar Ontario Canada om er te gaan boeren. In de zomer van 1961 reisden Jaan en Treske samen met Jan Van Ostaeyen naar Canada om hun kinderen te bezoeken. Dat was in die tijd een reis met de stoomboot (de Ryndam) van 10 dagen heen- en 10 dagen terugvaren! Rond de jaren zeventig reist Jaan nog eens terug naar Canada, ditmaal met het vliegtuig en vergezeld van Frans Van Ostaeyen.

Na hun pensioen nam zoon Frans Van Looveren de boerderij over. Jaan en Treske verhuisden naar een 'burgershuis' in het dorp van Westmalle.

Vele van onze voorouders -en kleinkinderen- zijn in Westmalle geboren. De oudst bekende is Jeronimo Weyns uit 1490, de jongste is Gijs Van Looveren uit 2021. Dat is al zeker 531 jaar Westmalse geschiedenis!